DE WOLKEN
De wolken maken het landschap voller
zij rusten zwaar
Ik hoor het graven van de mollen
fluwelen bies van mos zoomt stenen aan elkaar
Nu kost het mij zo’n moeite mij op te richten
van de grond waarop ik lag
als een schaduw die zich los moet maken
op een bewolkte dag
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
DE GEUR VAN …
De geur van koeien
in een verre
stal, herinnering
van innigheid
Streep licht
over de vloer
Alleen in liefde
zijn wij nog
een voelend dier
Zo’n koele
zakdoek als de wind
ons blind zijn
aanreikt ligt in geen
mensenhand –
Roestige bijl
die in het hakblok
steekt; de thijm bloeit
bij de deur
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
WIJ TIJDGENOTEN VAN ELKAAR
De meesten van ons
hebben al geen graf meer
maar zijn, zoals zij zelf
verkozen, opgegaan
in vuur en uitgevlogen
over de Noordzee, zwarte
feniksen, verrezen en
verstrooid in as
Eenmaal ontsprongen
aan de aarde, te dichtbevolkt
met doden, zochten wij
in die schoot geen welkom meer
maar wilden eeuwig geboren
zijn en ongeborgen, desnoods
in water, maar wel omgeven
door lucht en vuur
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
ZO STIL IS...
Zo stil is de slinkende maan
nu zij haar gezicht verbergt
in de nevels van het aardrijk –
terwijl zij zich geruisloos rept
om haast verstolen over haar schouder
naar mij kijkend snel
tussen de takken te verdwijnen
in dit heimelijkste uur
van de nacht, nu de ochtend
niet meer ver is; wie haar ziet
heeft geluk gehad
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
EN ALS IK BIJ DE ZEE
En als ik bij de zee
ben en er niemand
is, het strand zo schoon en
onbetreden, de wind
een milde bries, het
geuren zilt en ik de luiheid
zie waarmee de kleine
golven zich tot mij
wenden, die golven die
als leeuwenklauwen zo
gracieus en speels
zich om mijn enkels vlijden –
denk ik aan jou
maar het blinkend, schitterend
water staart met het blauw
van niemands ogen naar mij
terug
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
EGMOND AAN ZEE
Winderig dorp, open naar zee
De laatste lichten van de Voorstraat
lopen uit in water
Golfjes van blauw steen, ingelegd
in de bestrating, lopen dood
in zand en vallen uit elkaar
Zand ligt tegen de gevels aan de boulevard
gestoven. De badgasten zijn weg
voor weer een jaar
Het is alsof het knipperend
reclameblauw steeds uitdooft
in het schuim en doffe zeegrauw
De wind jaagt op het plastic bekertje, het
stuitert over het trottoir, verdwijnt
ten slotte in een zijstraat
Ik huiver, zet mijn kraag op, draai
de autoramen dicht en start
de Cruiser – het is ook
voor mij laat
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
Ik trok een hemd aan zo blauw
als de vroegste
ochtend; ik trok een broek
van zeeblauw water aan, de
fijnste coupe en werd gewaar
hoe lucht en water
aan mijn lichaam bloeiden
en voelde dat mijn
huis mijn beide voeten
was die moesten gaan
Foto: Saskia Boelsums,
Sandvoort Gallery
Gedicht: Elly de Waard
A WILDERNESS OF INTERCONNECTIONS (poem 18)
Sometimes, when looking at her, I see
Only myself, she reflects me, being
Round, inaccessible. Who is it that
I know, that I go into,
That goes into her and feels
In the deepest part of her that he
Is outside her, who is it that is me? – I
Rubbed over the earth, she got wet,
I rubbed heart and soul, and she began
To flow, I glided with her
Moving; the flakes of her iris
Darkened as if clouds were gathering
Above waves, as if a storm were rising.
I saw a gazing grow in her. I saw
A blinding in her eyes in which
I saw myself mirrored, a blinding
Laden with my image, that was me. Then
My sleep broke and my dreaming lay
Open and I heard the foghorn
Complain the whole ungodly night.
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
Engelse vertaling: Christine D’haen
ALS CASSANDRA?
Wie is er geen Cassandra in een tijd
waarin je zonder visionair te zijn
kunt zien dat Troje zal gaan branden?
Aan rafelranden van de stad en in
de buitenwijken smeult het al –
luister, het is de wind niet, blijf niet doof
en blind, het zijn miljoenen naderende
voeten, aanschuifelend tot een storm
die weinig overeind zal laten staan
Berg je nu het nog kan, want wie gesteld
is boven ons is machteloos en arrogant
en zal alleen zichzelf trachten te redden
Foto:
Weerribben van Saskia Boelsums
Gedicht:
Ongepubliceerd van Elly de Waard
DE RUIGTE, HET STROEVE
De ruigte, het stroeve
van de werkelijkheid
hervond ik, uitgegleden
op het gladde van de
verbeelding en van dromen
was ik – eindelijk
kwam een eind aan wat ik
had geleden en
ervoer ik dat er niets
meer tussen mij en de
dingen stond: de niet
stralende nieuwe maan
laag boven het kreupelhout
tegen een hemel als
een vacht zo zwart, zo diep
geen schaduwen, geen licht
haar sikkel was een kier
een zwak gespiegeld
weerlicht maar wel strak
getekend – en met plezier
en tastend over de
grond zocht ik een nieuwe
weg, een nieuwe ruimte –
die ik vond
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard